Het kleurendenken is te gebruiken om mensen en situaties te typeren. Ook om er de ingrediënten van de veranderaanpak mee te 'kleuren'. En mensen kunnen er zichzelf mee typeren.
Bij het toepassen van het kleurendenken doen zich de volgende mogelijkheden voor:
- Mensen en situaties zijn er mee te typeren. Van een groep of een opdrachtgever of een collega is te zeggen: “Ik hoor daar overwegend blauw”. Zo is het achterliggende denkraam te benoemen. Wel dient men natuurlijk op te passen voor stigmatisering of stereotypering!
- De ingrediënten van de veranderaanpak zijn er mee te ‘kleuren’. Zo noemt blauw uitkomsten: resultaat, wit noemt het richting of bestemming en groen: wat we geleerd moeten hebben. Blauw zal het hebben over fasen, wit over de ‘next step’, groen over traject. Maar het zijn niet alleen de woorden die verschillen: het denkkader en de betekenis verschilt ook sterk. Met de kleuren kan men dus diagnosticeren en veranderingstrategieën en interventies ontwerpen.
- Mensen kunnen zichzelf er mee typeren. Wat zijn de eigen denkkaders? Waar ligt de voorkeursaanpak? Waar zijn blinde vlekken? Bij welke aanpakken voelt men zich incompetent?
Handreiking
In het kader van het kleurendenken bestaan er twee opvattingen over wanneer een veranderaar professioneel is:
- De eerste stelt dat een veranderaar in alle kleuren moet kunnen interveniëren. Hij of zij moet met andere woorden een uitgebreid gedragsrepertoire hebben.
- De tweede stelt dat iedereen een voorkeurskleur heeft, waar hij effectief in kan interveniëren, maar dat de effectiviteit in andere kleuren laag is. In deze benadering is professioneel: weten wat er moet gebeuren, welke interventiekleur gewenst is, maar vervolgens ook besluiten om die zelf juist wel of niet te doen. Professioneel hier is de eigen beperkingen (leren) kennen.
Intellectueel en cognitief omgaan met de kleuren is voor iedereen te doen. Maar geloofwaardig, authentiek en effectvol handelen is iets heel anders. Dat komt mede omdat de kleuren generieke waarden vertegenwoordigen. Deze waarden zijn heel basaal en ze worden in de opvoeding geleerd. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan vragen als:
- Wat is eerlijk?
- Hoe gelijk zijn mensen?
- Hoe mag iemand mensen benaderen? en hoe niet?
- Wanneer gaat iemand over de schreef?
In elke kleur is het antwoord anders!