Het DOR-model is een indeling van het verschijnsel organisatie in drie fundamentele, iteratieve processen. Organiseren, het inrichten van de organisatie, is één van deze drie processen.
De onderstaande vragen gaan over strategie. Ze zijn een hulpmiddel voor diagnose en (her)ontwerp.
Evenwicht, samenhang en heterogeniteit (ESH) blijven daarbij de uitgangspunten. Daarom is het raadzaam de strategie slechts gezamenlijk met de andere vijf variabelen te analyseren dan wel te (her)ontwerpen.
Is de strategie toereikend en wordt deze gedragen?
-
Volstaat de (bestaande) impliciete strategie?
-
Levert extrapolatie van cijfers een voldoend concrete strategie?
-
Volgt de strategie expliciet uit de missie van de organisatie?
-
Specificeert de strategie minimaal:
-
de ER-doelen
-
de SMART-doelen
-
de acties hiertoe
-
de herzieningscyclus
-
de omgang met mee- en tegenvallers?
-
-
Is bewust de ingrediëntenmix bepaald?
-
door ontwerp of ontwikkeling?
-
met weinig of veel participatie ?
-
volgordelijk of iteratief?
-
middels kwantitatieve of kwalitatieve methode?
-
in hoog of laag tempo?
-
-
Komt de strategie overeen met de tijdshorizon van de geplande acties?
-
Geeft de strategie persoonlijk en groepsopportunisme voldoende ruimte?
-
Is de strategie naar zo veel mogelijk betrokkenen gecommuniceerd?
-
Zijn van de strategie andere plannen (zoals afdelingsplannen, human talentplannen en investeringsplannen) af te leiden?
-
Specificeert de strategie expliciet hoe, door wie en hoe vaak de uitvoering wordt bewaakt?
Voor diagnose en (her)ontwerp met bovenstaande vragen is een specificatie van normen nodig.