Managen in maatschappelijke transities
  1. kennisbank
  2. Managen
  3. Managen in maatschappelijke transities

Managen van generaties op de werkvloer

Vier generaties werken samen aan de grote maatschappelijke opgaven van vandaag. Van ervaren boomers tot aanstormend talent van GenZ. Hoe breng je als manager samenwerking tussen alle generaties op een hoger plan? Wat werkt en wat moet je vermijden?

Dit artikel is gebaseerd op de vierde bijeenkomst van de management community van TwynstraGudde op 11 oktober 2024. Dit is een community van junior, medior en senior managers en managers in opleiding, al dan niet verbonden aan TwynstraGudde. Doel is inspiratie en uitwisseling van kennis en ervaring. Managers van verschillende organisaties die toch vaak aan dezelfde vraagstukken werken, versterken elkaar. 

Spreker was Marjolein Risseeuw . Zij is generatiestrateeg. Ze heeft onderzoek gedaan, erover geschreven en ze begeleidt organisaties: 'Een mix van generaties geeft het beste resultaat. Mits je de verschillen weet te gebruiken.'

Generatiegenoten hebben in de hen vormende jaren (globaal van je 15e tot je 25e jaar) naar dezelfde muziek geluisterd. Ze hebben dezelfde modetrends gevolgd en delen herinneringen aan dezelfde historische hoogte- en dieptepunten. Gevolg is dat generatiegenoten elkaar aanvoelen en snel begrijpen. Je loopt tegen dezelfde ergernissen aan, moet lachen om dezelfde dingen en dat schept een hechte band. Tachtig tot negentig procent van de mensen voelt zich dan ook thuis in zijn of haar generatie, stelt Marjolein. 

Lastige vragen

Maar hoe werken mensen van verschillende generaties optimaal met elkaar samen? In een gemêleerd team zijn altijd wel mensen die bij iedere afspraak of toelichting opnieuw een lastige vraag stellen en daar anderen mee op de kast krijgen. Sommige mensen hebben behoefte aan zingeving: 'Waarom doen we dit en waarom op deze manier?' Er zijn ook altijd mensen die ieder werkoverleg te lang vinden duren, terwijl anderen net zolang door willen praten tot het betreffende vraagstuk in al z'n vezels is blootgelegd. Sommige mensen hechten aan controle en regelmatige werktijden terwijl anderen hun werktijd zelf willen inrichten en alleen beoordeeld willen worden op het resultaat. Het zijn vaak generatieverschillen waardoor de samenwerking in organisaties soms stroef loopt of zelfs volledig kan ontsporen.

Generatiebewust interveniëren

Marjolein gaat uit van de positieve kracht van diversiteit en stelt dat organisaties door verschillen juist sterker kunnen worden. Als je die maar weet te duiden en te benutten. Ze spreekt over de kunst van 'generatiebewust interveniëren'. Dat impliceert een andere kijk op collega's: "Als manager moet je weten hoe mensen in elkaar steken en welke eisen mensen stellen aan goed leiderschap. Met je eigen generatie samenwerken is makkelijk, maar met een mix kom je tot een beter resultaat. Het is slimmer om elkaars kwaliteiten te gebruiken, dan om te veroordelen wat je van een andere generatie niet kent." In de afgelopen twaalf jaar heeft ze circa 500 organisaties en bedrijven over generatiemanagement geadviseerd.

Werkvormen

Hoe kun je als manager de talenten van vier generaties bundelen tot maximale prestaties? Hoe kun je jonge talenten aantrekken en vooral ook vasthouden? Je moet daarvoor in de eerste plaats weten waaruit de generatieverschillen bestaan. Marjolein heeft verschillende materialen en werkvormen ontwikkeld om daar een vinger achter te krijgen. In workshops bij bedrijven en organisaties laat zij collega's daarmee over de schutting van de andere generatie kijken. Twee werkvormen zijn tijdens de bijeenkomst op 11 oktober in praktijk gebracht.

Generatiekwartet

Het 'generatiekwartet' bestaat uit kaarten met stellingen over werkbeleving, leiderschapsstijl en organisatievorm. Het spel brengt de verschillen en overeenkomsten in beeld, maakt verschillen bespreekbaar en brengt het gesprek op gang. Zijn boomers echt zo hiërarchisch ingesteld? Zijn X-ers altijd maar met zingeving bezig en zijn Y-ers echt zo druk met hun personal lifestyle? In de workshop bij de Management Community bracht het spel veel herkenning. Er werd veel gelachen, maar er ontstonden ook stevige discussies ('Hoezo zingeving? Je moet gewoon je werk doen!'). Het spel is toegankelijk, kleurrijk en snel.

Generatieleercafé

Het 'generatieleercafé' is een werkvorm waarin de deelnemers eerst worden verdeeld in teams van generatiegenoten. In ieder team bespreken de deelnemers wat zij lastig vinden van andere generaties. Maar ook wat zij van anderen willen leren en met wie zij daarover in gesprek willen gaan. Na de eerste ronde vol herkenning en zelfbevestiging ('ja, ja, dat heb ik óók!') volgt een plenaire uitwisseling met de andere generatiegroepen. Waar zitten de verschillen precies en hoe zijn die te overbruggen? Opvallend: een (negatief) oordeel van de ene generatie betekent heel vaak een leerpunt van de andere generatie. Zo wordt direct zichtbaar hoe generaties elkaar kunnen versterken.

De (interim) manager

Wat betekenen deze inzichten nu voor de (interim) manager? Verbindend leiderschap wil zeggen, dat je overeenkomsten en verschillen tussen generaties erkent, herkent en productief maakt, stelt Marjolein: 'Speel als oudere, ervaren manager niet de machtskaart. Met controle en hiërarchie kom je bij de jongere collega's niet binnen. Bied gelijkwaardigheid. Dan willen zij alles voor je doen. Jongeren hechten aan een persoonlijke klik. Dat het gezellig is, is een belangrijke reden om ergens te willen werken. De loyaliteit die de veelal oudere managers kennen, bestaat bij de jongere generaties niet meer. Zij werken om te leven, niet andersom. Laat Y-ers de vergaderingen voorzitten en laat Z-ers de tijd bewaken. Boomers willen applaus, geef ze dat dan. Jongeren willen dat hun aandeel in de uitvoering van het werk betekenisvol is. Zorg daar dan voor. Z-ers vinden het lastig dat kritiek op het werk door de ouderen vaak persoonlijk wordt opgevat. Hou daar rekening mee.' Samengevat gaat verbindend leiderschap over het samenwerken met verschillende mensen. Leeftijd is één van de aspecten van diversiteit. Met empathie kun je die verschillen herkennen en vervolgens productief maken. Diversiteit, mits benut, maakt organisaties sterker.

Verder lezen


Generatie babyboom (geboren tussen 1940 en 1960)
Gevormd in de naoorlogse jaren van hard werken en arbeidsethos. Voor zover nog niet met pensioen, zijn mannen in overtal de kostwinnaar. Kennis, macht en hiërarchie zijn belangrijk voor je. Je bent loyaal naar je werkgever en je doet wat je is opgedragen. Dat verwacht je, eenmaal zelf aan de top, ook van jouw medewerkers. Je hebt het over loopbaanontwikkeling. Het werk gaat voor vrije tijd en bij succes is applaus belangrijk voor je. 


Generatie X (geboren tussen 1960 en 1980)
Gevormd in een tijd van welvaartsgroei en onderwijs voor iedereen. Jouw generatie is uitvinder van democratisering, medezeggenschap en deeltijdwerk. Je mocht uitkomen voor je eigen mening. Je bent loyaal aan je werkgever, maar je wilt werk en privé wel in een zekere balans houden. Je hebt ontzag voor kennis en ervaring: het is belangrijk om een titel voor je naam te hebben. Je hebt moeite met ICT. Je haalt je kennis liefst uit boeken en vaktijdschriften.

Generatie Y (geboren tussen 1980 en 2000)
Gevormd in een tijd van hoogconjunctuur en optimisme. Alles gaat alleen maar beter. Banen liggen voor het oprapen. Bij je eerste baan had je al een leaseauto. Je werkt makkelijk met ICT en je vindt een Youtube-filmpje makkelijker dan een gebruiksaanwijzing. Je werk moet passen binnen je lifestyle. Andere activiteiten zijn net zo belangrijk: je gezin, sport, reizen en hobby's en je werk moet daarvoor de ruimte bieden. Jouw generatie is de eerste waarin tweeverdieners de norm zijn. 

Generatie Z (geboren na 2000)
De digital natives stromen nu in op de arbeidsmarkt: de online-generatie met talloos veel contacten, maar weinig face-to-face contacten. Een bericht sturen doe je razendsnel, maar bellen vind je moeilijk. Jouw generatie is ook de uitvinder van de cancelcultuur. Je spanningsboog is klein. Kennis haal je van TikTok. Je kunt in één dag miljonair worden. Maar dat maakt je ook competitief en onzeker. Het burn-outrisico is groot. Je vraagt vaak aan oudere collega's of je het wel goed doet.