Iemands leerprofiel bestaat niet slechts uit vijf losse leervoorkeuren, maar uit het totaalplaatje dat ontstaat bij het invullen van een leerscan. Dat profiel is vervolgens te verdiepen middels overlappen en verschillen tussen de leervoorkeuren.
Voor alle duidelijkheid: het leren is niet te typeren in vijf soorten. De combinaties van voorkeuren leidt tot een oneindig aantal verschillende manieren van leren. Iemand met als belangrijkste voorkeuren ‘ontdekken’ en ‘kennisverwerven’ steekt bijvoorbeeld in via de inhoud, terwijl iemand die ‘ontdekken’ samen met ‘participeren’ als leidende voorkeuren heeft, eerder leert via een gezamenlijk zoeken naar nieuwe betekenissen en meer gericht is op het samenspel dan de inhoud.
Iemands leerprofiel bestaat dus niet slechts uit vijf losse leervoorkeuren, maar uit het totaalplaatje dat ontstaat bij het invullen van een leerscan. Dat profiel is vervolgens te verdiepen middels overlappen en verschillen tussen de leervoorkeuren.
Elke voorkeur zijn eigen kwaliteit
Elk van de leervoorkeuren heeft eigen kwaliteiten, dingen die in die betreffende context gemakkelijker te leren zijn dan in de andere. Het leren van vaardigheden kan bijvoorbeeld gemakkelijk door middel van oefenen. Organisatiespecifiek handelen - ‘zo doen wij dat hier’, bijvoorbeeld rond leidinggeven en klantgerichtheid - is heel effectief te leren met gerbuik van ‘kunst afkijken’. Elk van deze contexten heeft ook z’n eigen vormen die dit ondersteunen. Training past bijvoorbeeld goed bij ‘oefenen’, terwijl intervisie bij ‘participeren’ hoort. Je kiest een vorm, in eerste instantie, omdat die het doel ondersteunt.