Er is een rijkdom in variatie hoe mensen leren, in waar ze leren en de vraagstukken die spelen in de organisatie en de vormen die gebruikt worden.
Er zijn mensen die leren door kennisoverdracht, maar ook mensen die de kunst afkijken. Er zijn er die het meeste leren onder druk, net voor een deadline en midden in een heel complexe situatie. Terwijl anderen zweren bij een veilige omgeving, nodig om te experimenteren en te leren van eigen fouten. Er zijn er die graag eerst eens droogzwemmen, in een rollenspel of game bijvoorbeeld. Er zijn ook mensen die het gevoel houden dat dat niet werkt, omdat het er in het echt toch anders uitziet. Er zijn mensen die hun leren en ontwikkeling zorgvuldig plannen en mensen die leren overlaten aan het toeval.
Diversiteit in vormen
Niet alleen in manieren van leren van mensen, ook in vormen en activiteiten van leren bestaat een grote diversiteit. Het leren kan georganiseerd worden op de werkplek of in een cursuslokaal, met of zonder begeleiding, in een collectief of alleen, door in uitdagingen in het werk of opleidingen, door coaching, intervisie, actieleren, leerprojecten, communities, gaming, ... en véél meer vormen van leren.
Diversiteit in doelen
Ging leren vroeger vooral over het vergroten van kennis en vaardigheden, tegenwoordig worden veel meer verschillende vraagstukken gekoppeld aan leren en ontwikkelen. Bijvoorbeeld:
- het implementeren van een nieuwe werkwijze, waarbij ook de ontwikkeling van nieuwe tools wordt meegenomen
- het veranderen van de organisatie op een lerende manier
- het innovatiever willen worden
- een andere cultuur willen ontwikkelen
- resultaatgerichter worden, of ondernemender
- méér oog ontwikkelen voor de buitenwereld
- méér en effectiever gaan samenwerken
- beter gebruik maken van wat er al is in de organisatie
- nieuwe markten ontdekken en ontginnen
- enzovoort.
Duidelijk is dat dit niet slechts gaat over overdracht van kennis en vaardigheden.
Wat maakt nu welke leervorm voor iemand de goede is?
Bij de Language of Learning gaan we ervan uit dat er geen optimale manier van leren bestaat en dat er geen ‘goede’ of ‘slechte’ vormen van leren bestaan. De norm ontstaat door het vraagstuk. Op individueel niveau is dat de ontwikkelwens. Waar wil iemand naar toe? Wat is nodig in de persoonlijke ontwikkeling? Wat vraagt de organisatie?
Daartegenover staat het individuele leerprofiel. Van hieruit kan de keuze gemaakt worden om binnen de eigen manier van leren te zoeken naar de passende vorm, of om de manier van leren zelf te ontwikkelen.
De ideale leervorm is een match tussen:
- wat er geleerd wordt (inhoud)
- wie er aan het leren is (leerprofiel deelnemers)
- waar er geleerd wordt (organisatie, maar ook specifieke leeromgeving)
- waarvoor er geleerd wordt (doelen van de organisatie en persoonlijke wensen)
- wie het leren begeleidt (docent, gids, coach, begeleider)