Een projectleider beïnvloedt de prestaties van zijn medewerkers op basis van persoonlijk contact. De beste stijl hangt af van wie die medewerkers zijn en wat hun werk is. Waar mogelijk moet de stijl van leidinggeven zelfstandig werken aanmoedigen.
Leidinggeven is het beïnvloeden van de prestaties van anderen op basis van persoonlijk contact. Het heeft te maken met organiseren, motiveren, instrueren en delegeren. Er is geen universele beste stijl van leidinggeven. De crux is afstemming op degene aan wie leiding gegeven wordt en op het werk dat diegene dient uit te voeren.
Medewerkers aan projecten vinden het doorgaans prettig zelfstandig te werken. De motivatie neemt erdoor toe. De projectleider krijgt daardoor meer ruimte om zich met andere dingen bezig te houden. De stijl van leidinggeven in projecten moet zelfstandig werken dan ook zoveel mogelijk aanmoedigen.
Stijlen van leidinggeven
- Instrueren: precies voorschrijven en nauwgezet controleren
Situatie: de medewerker is weinig competent maar wel gemotiveerd - Overtuigen: duidelijk sturen en waar nodig emotioneel ondersteunen
Situatie: de medewerker is weinig competent en zwak gemotiveerd - Ondersteunen: nauwelijks sturen maar sterk motiveren
Situatie: de medewerker is competent en zwak gemotiveerd - Delegeren: zoveel mogelijk uit handen geven en voorwaarden scheppen
Situatie: de medewerker is zowel competent als gemotiveerd
Aandachtspunten:
- een goede projectleider bevordert taakvolwassenheid
- taakvolwassenheid vereist dat de projectleider:
- langzamerhand minder stuurt
- daarbij enig risico accepteert
- vooral verbeterende prestaties vragen om snelle en positieve feedback.