- kennisbank
- Projectmanagement
- Hoe verdeel je de taken in een project?
-
Samenwerkingskunde
-
Projectmanagement
- Wat is projectmanagement?
- Wat zijn de fasen van projectmanagement?
- Hoe beheers je een project?
- Hoe neem je beslissingen in een project?
- Hoe beoordeel je een project?
- Hoe verdeel je de taken in een project?
- Hoe richt je een eenmalige samenwerking in voor een project?
- Hoe ga je om met de omgeving van een project?
- Welke projectmanagement methodes zijn er?
-
Leren en ontwikkelen
-
Organisatiekunde
-
Contracteren en aanbesteden
- Hoe ontwikkel ik een goede inkoopstrategie?
- Waar bestaat een goede inkoopstrategie uit?
- Hoe bepaal je de inkoopstrategie met behulp van risico's?
- Hoe bepaal je de contracteringsstrategie?
- Hoe maak ik een inkoopplan?
- Welke contractvormen bestaan er?
- Wat zijn de gevolgen voor de keuze van een contractvorm?
- Hoe alloceer ik risico's?
- Hoe kies ik voor de juiste aanbestedingsprocedure?
- Welke factoren zijn van belang als je een contract of aanbesteding vaststelt?
-
Programmamanagement
- Wanneer zetten we programmamanagement in?
- Hoe programmeer je een programma?
- Hoe bestuur je een programma?
- Hoe beslis je in of over een programma?
- Hoe organiseer je een programma?
- Hoe werk je samen in een programma?
- Hoe geef je leiding aan een programma?
- Hoe ontwikkel je jezelf in programmamanagement?
-
Veranderkunde
-
Risicomanagement
-
Leiderschap
-
Managen
Bemens de drie kernposities van een project
Iedere unieke opgave kent drie kernposities. Dit zijn de opdrachtgever, de projectleider en de projectmedewerker. Elk moet aan zekere eisen voldoen. Daarom is zorgvuldigheid bij de bemensing geboden.
In iedere project zijn drie kernposities te onderscheiden. De opdrachtgever, de projectleider en de projectmedewerker moeten elk aan zekere eisen voldoen.
- De opdrachtgever wil het resultaat. Hij moet over de motivatie, mentaliteit en mogelijkheden beschikken om het te bereiken
- De projectleider is betrokken. Hij is in staat en vastbesloten om het resultaat waar te maken
- De projectmedewerker houdt van zijn werk en doet wat hij moet doen.
Stappen
- Zoek de juiste opdrachtgever:
- wat wil hij hebben?
- is zijn intrinsieke betrokkenheid voldoende?
- kan hij datgene afdwingen wat nodig is binnen deze unieke opgave?
- Selecteer de juiste projectleider:
- zijn zijn competenties toereikend?
- is hij voldoende onafhankelijk?
- wil hij het echt waarmaken?
- Benoem de juiste projectmedewerkers:
- zijn hun competenties toereikend?
- zijn ze voldoende bereid en beschikbaar?
- is er een goed samenwerkingsklimaat?
Aandachtspunten
- De opdrachtgever mag geen veelkoppig monster zijn
- De projectleider hoeft inhoudelijk niet de beste van de klas te zijn
- De projectmedewerker moet niet de belangen van “zijn” afdeling willen behartigen